10 mrt Er zijn grenzen
“Het verkennen van de uiterste grenzen van onze gemeente West Betuwe, dat leek me wel wat. De hoek linksboven is bekend van het Lingebos met iets verderop de mooie plassen bij Spijk.
Het andere uiterste bevindt zich rechtsonder waar we boven Ophemert zijn. Dan zitten we al tegen de rand van Tiel aan. Vanaf de dijk bij Haaften, zo’n beetje middenonder ga je naar de bovengrens in bijna Culemborg. De onderkant van West Betuwe is de Waal, die prachtige rivier met haar dijk en de uiterwaarden.
Daarboven, ongeveer evenwijdig aan de Waal, kronkelt op onnavolgbare wijze de Linge door het landschap, van Spijk tot Ophemert. Een imponerend lint met prachtige dorpen. En daar bovenop komen dan weer uitgestrekte polderlandschappen, grienden en boomgaarden. Kortom, West Betuwe mag er wezen met zijn 23.000 ha oppervlakte.
Van welke kant je het ook bekijkt. Wij kwamen van de grote stad en waren zeer tevreden toen we in Herwijnen kwamen wonen, een zelfstandig dorp met een eigen burgemeester. Lagere school voor de kinderen om de hoek. Winkels voor alles wat je zo dagelijks nodig had in de buurt. Herwijnen werd in 1986 Lingewaal en dat vond bijna niemand prettig. Niets tegen Heukelum, Asperen, Spijk en Vuren natuurlijk, maar je verloor je zelfstandigheid.
De burgemeester verdween uit het dorp. Alle lijnen werden net iets langer. Maar het wende. Toen kwam 2019. Lingewaal, Neerijnen en Geldermalsen werden West Betuwe. Plotseling waren we met meer dan 50.000 inwoners! Dat is geen dorp meer, dat is een stad! Ik noem zomaar twee plaatsen die we als een behoorlijk grote stad zien. Heerenveen in het noorden bijvoorbeeld, ook zo’n 50.000 mensen en Weert in het zuiden, evenveel ongeveer.
In onze beleving vergelijken we ons beslist niet met zulke steden. En dat is ook juist. Het is onvergelijkbaar, de indeling van onze gemeente, de leefwijze, het is allemaal veel anders dan in die steden. Omdat de dorpen en de stadjes zichzelf zijn gebleven. De mensen niet zijn veranderd. Wij wonen nog steeds in Herwijnen en hebben de hele ontwikkeling meegemaakt. Bij elke fusie waren we, met bijna alle andere dorpelingen, verontwaardigd: ‘is dat nu echt nodig, het gaat toch goed zo.’
Maar intussen zijn we het van de andere kant gaan bekijken. Herwijnen is eigenlijk nog steeds zichzelf gebleven. En dat geldt volgens mij voor vrijwel alle kernen in onze gemeente. We zijn nog steeds een dorp. Met goeie scholen, een sociale gemeenschap en noem maar op. Vrijwel alles is gebleven, met name ook het fraaie landschap, alleen hebben we er nu meer van. Wie hier woont heeft het naar zijn zin. En ik ben er zeker van dat dit voor de andere kernen net zo goed opgaat.
Nee, West Betuwe is zo slecht nog niet. Alleen… zo is het wel mooi geweest. Meer en groter hoeven we niet. Er zijn grenzen.”
Jan Willem Beek
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.